Bouwtoezicht: grote veranderingen op komst
Binnen het bouwtoezicht zijn grote veranderingen op komst. Dit heeft te maken met de Omgevingswet en de daarmee samenhangende Wet kwaliteitsborging, die allebei in 2024 in werking treden. Twee bouwinspecteurs van Omgevingsdienst IJmond (ODIJmond) vertellen.
Bouwinspecteurs hebben veel meer taken dan de meeste mensen weten. Ze houden toezicht bij nieuwbouw, renovatie en sloop, controleren zowel de wapeningen van een woontoren als de zekeringen van een festivaltent. Ook bij bestaande bouw worden ze vaak ingeschakeld, bijvoorbeeld als er sprake is van illegale bewoning of andere vormen van overlast. Voor het werk is zowel juridische als technische kennis nodig. De inspecteurs van ODIJmond voeren dit werk uit voor veertien gemeenten en provincie Noord-Holland.
Meer vergunningsvrije bouw
Misschien wel het bekendste onderdeel van het werk is de controle op kleine bouwwerken. Juist daar gaat veel in veranderen. Onder de Omgevingswet worden namelijk meer bouwactiviteiten vergunningsvrij. Een dakkapel kan bijvoorbeeld nu alleen aan de achterzijde van een woning zonder vergunning worden gebouwd, maar zo meteen mag dat ook aan de voorzijde van de woning. Er is daardoor minder toetsing nodig, maar de inspecteurs verwachten juist meer werk op het gebied van klachten en bezwaren. “Ook een vergunningsvrij bouwwerk moet natuurlijk wel aan voorwaarden voldoen”, lichten de inspecteurs toe. “Ons werk verplaatst daardoor: niet meer de check vooraf bij de vergunningverlening, maar vaker de controle achteraf, als buren toch wel erg verbaasd zijn dat er ineens een grote aanbouw staat bijvoorbeeld.”
Privaat toezicht op bouwactiviteiten
Een andere ingrijpende verandering is dat het toezicht op sommige bouwactiviteiten vanaf 2024 niet langer de verantwoordelijkheid is van overheden, maar van private toezichthouders. Dit geldt vooralsnog alleen voor eenvoudige bouwwerken, zogenaamde bouwactiviteiten onder ‘gevolgklasse 1’. Hieronder vallen bijvoorbeeld eengezinswoningen, vakantiewoningen en bedrijfspanden en aanbouwen van maximaal twee bouwlagen. Aannemers huren zelf een toezichthouder in. De bouwinspecteurs van ODIJmond maken zich hier om meerdere redenen zorgen over. “Wij kunnen volstrekt onafhankelijk oordelen, omdat we niemand te vriend hoeven houden. Maar hoe onafhankelijk kun je zijn als je voor je opdrachten afhankelijk bent van de aannemer of projectontwikkelaar?”
Onze onafhankelijkheid is belangrijk
Deze zorg is niet onrealistisch: “Onlangs kwamen we bijvoorbeeld bij een keuring van complexe wapeningen in een woontoren oneffenheden tegen die echt opgelost moesten worden. Het ging onder meer om aanhechtingen van balkons die niet optimaal waren. Dat is gevaarlijk. En dat terwijl de constructeur z’n fiat al had gegeven. Onze onafhankelijke controle was dus echt nodig.”
Naast het gevaar dat de kwaliteitsborger te snel akkoord geeft om opdrachtgevers niet tegen de haren te strijken, zien de bouwinspecteurs nog een ander probleem: “Omdat de opdrachtgevers zelf kunnen kiezen met wie ze samenwerken, kunnen ze ‘lastige’ kwaliteitsborgers uit de weg gaan.”
Een meer organisatorisch probleem is dat er op dit moment nog veel te weinig gecertificeerde kwaliteitsborgers zijn om al het werk te doen.
Zorg voor een veilige en leefbare omgeving
De kanttekeningen die de bouwinspecteurs bij de nieuwe wetgeving plaatsen, laten een grote betrokkenheid bij hun werk zien. Ze hebben dan ook een verantwoordelijke taak: de zorg voor een veilige en leefbare omgeving. In de bouwwereld zien ze dat de meeste bedrijven en particuliere bouwers die verantwoordelijkheid ook serieus nemen. “De meeste mensen zijn te goeder trouw. Als we langskomen voor een controle zijn we er ook niet om de boeman te spelen. We zijn meer als een collega die meekijkt. Denk aan een tekst die je schrijft voor je werk: je kunt ‘m tien keer lezen, maar als je collega hem naleest, haalt die er zo nog een paar fouten uit. Zo is het ook met bouwconstructies. Soms zie je zelf niet meer waar nog een fout zit. Aannemers zijn dan ook vaak blij met een extra paar ogen, daar wordt hun werk beter van.” Toch volgt daar nog wel een maar op: “Niet iedereen ziet het zo. Als wij beoordelen dat iets verbeterd moet worden, kost dat tijd en geld. Daar zit nooit iemand op te wachten. Daarom is onze onafhankelijkheid zo belangrijk.”