Drones maken dataverzameling efficiënter en nauwkeuriger bij milieutoezicht
‘Er komt stof vrij’, melden omwonenden van een fabriek. Vanaf de grond is de oorzaak niet te constateren. Dan maar met drie mensen voor een inspectie het terrein verkennen? Of een drone inzetten? Omgevingsdienst IJmond (ODIJmond) kiest voor het laatste. Binnen vijf minuten is de oorzaak van de emissies achterhaald. “Dat was een doorbraak”, blikt milieu-inspecteur en drone-piloot Dexter Stremmelaar terug. Nog niet eerder was de meerwaarde van een drone zó zichtbaar.
Het drone-programma van ODIJmond is het afgelopen jaar sterk geprofessionaliseerd. Er zijn nu vier inspecteurs met een vliegbrevet, die drie professionele drones tot hun beschikking hebben. Maar belangrijker nog: het is ODIJmond als eerste omgevingsdienst gelukt om een vergunning te krijgen volgens Europese wetgeving. Die is makkelijker, duidelijker en toegankelijker dan de Nederlandse wetgeving. Bovendien ligt er een gedegen operationeel handboek klaar.
Procedures voor risico’s vastgelegd in operationeel handboek
Een dronevlucht kan onder verschillende categorieën vallen. Vluchten in de open-categorie hebben een laag risico en kunnen snel worden uitgevoerd. Maar ongeveer de helft van de vluchten die ODIJmond wil uitvoeren valt onder de specific-categorie, een wat hogere risicoklasse.
“Het gaat dan bijvoorbeeld om vluchten in het luchtruim bij Schiphol of de Heliport Rode Kruis in Beverwijk, maar ook om vluchten dicht bij aaneengesloten bebouwing of een spoorlijn”, legt Dexter uit. “Om daarvoor toestemming te krijgen, heb je een vluchtplan met risico-assessment nodig, waarin je uitlegt welke maatregelen je neemt om de risico’s weg te nemen.”
Vluchtplannen geautomatiseerd
Zo’n assessment is maatwerk en nam voorheen veel tijd in beslag. Dat is verleden tijd dankzij de verschillende procedures die zorgvuldig zijn beschreven door Dexter en zijn collega’s. De piloten kunnen nu geautomatiseerd vluchtplannen maken. Dat levert een grote tijdwinst op: binnen een halfuur kan er een plan liggen. En dat betekent weer dat een drone al binnen enkele uren kan opstijgen, als de situatie daarom vraagt.
Efficiënter en nauwkeuriger data verzamelen
De professionele drones maken het een stuk makkelijker om data te verzamelen, dankzij thermische camera’s en laserscanners. “Van een bedrijf met grote panden in de IJmond kregen we bijvoorbeeld de vraag om de gevels en daken te inspecteren, omdat ze willen verduurzamen”, vertelt Dexter. “Daarbij komt de thermische camera goed van pas.” Ook volumebepalingen en landmetingen zijn nauwkeurig uit te voeren.
De keuze om een drone in te zetten wordt steeds weloverwogen gemaakt: als een inspectie efficiënter of nauwkeuriger wordt door een ‘oog in de lucht’. In het eerste halfjaar van 2023 hebben we al zo’n zeventig vluchten uitgevoerd. Dexter noemt als voorbeeld een verontreinigde sloot. “We lieten de drone over de hele sloot vliegen en hadden zo al snel de mogelijke bron gevonden. Met die data konden we het bedrijf aanschrijven en lukte het om het probleem te herleiden tot een specifieke afvoerput, zodat het snel kon worden opgelost.”
Negatief imago, maar mooie resultaten
Mooie resultaten, maar voorbijgangers zien alleen dat apparaat in de lucht. ‘Zitten jullie weer in tuinen te gluren’, of ‘zal ik mijn luchtbuks halen?’, zijn opmerkingen die Dexter en zijn collega’s regelmatig toegeworpen krijgen. “Drones hebben een negatief imago”, zegt hij schouderophalend. “Dat begrijp ik ook wel, 'onder particulieren houdt niet iedereen zich aan de regels en je hebt recht op privacy.” Wanneer wij als ODIJmond een vlucht in bewoond gebied uitvoeren, leggen de collega’s van tevoren duidelijk uit dat ze zich aan strenge privacyregels moeten houden. De crew is duidelijk herkenbaar aan hesjes. “We zijn zo transparant mogelijk over wat we doen. Tenzij het gaat om de opsporing van illegale activiteiten zoals een hennepkwekerij, dan ben je liever niet zichtbaar.”
Vluchtplannen en risico-assessments: alles staat met een goed handboek
De voordelen om drones in te zetten zijn zonneklaar. Toch is het gebruik nog niet vanzelfsprekend. Andere omgevingsdiensten worstelen nog met vluchtplannen en risico-assessments, merkt Dexter. “Alles staat of valt met een goed handboek. Ik heb steeds aanpassingen gedaan als we weer tegen iets aanliepen. Als je daarin investeert, scheelt het uiteindelijk veel tijd. Andere omgevingsdiensten kijken naar ons; maandelijks krijgen we wel vragen over hoe we zaken hebben opgelost. Dat vind ik leuk, want daar kan ik zelf ook weer van leren. Je versterkt elkaar.”