Interne opleiding bij ODIJmond: "Leren van ervaren collega’s”

Gepubliceerd op 18 december 2024

Jade Breukers was jarenlang vrachtwagenchauffeur, Suus Wagenmakers werkte met speurhonden en Maureen Kornmann ondersteunde gemeenten in de gemeenschappelijke regeling voor de bijstand. Hoe verschillend hun achtergrond ook is: alle drie volgen ze nu de interne opleiding van Omgevingsdienst IJmond (ODIJmond).

Suus en Jade hebben gekozen voor het vak van toezichthouder, Maureen voor vergunningverlening. De wekelijkse theorielessen zijn voor beide richtingen gelijk, maar het zwaartepunt van de opleiding ligt op toezicht houden. Er zitten negen collega’s van ODIJmond in de klas, naast enkele deelnemers van de omgevingsdiensten Noordzeekanaalgebied (ODNZKG) en Noord-Holland Noord (ODNHN).

Opleiding motiveert sollicitanten met diverse achtergrond

“Bij mijn sollicitatie vroeg ik hoe de begeleiding aan de start was”, vertelt Maureen. “Toen ik hoorde dat er een duidelijk lesprogramma was, vond ik dat superfijn. Je wordt niet in het diepe gegooid.”

Door een opleiding te bieden, kan ODIJmond mensen aannemen die nog niet in het vak zitten. Wat je in je mars hebt, is daarbij belangrijker dan welke papieren je hebt. Dat merkte Jade bij haar sollicitatie voor het werk-leertraject. “Als onderdeel van de sollicitatie moesten wij een casus uitwerken. En daar werd meer naar gekeken dan naar je opleidingsachtergrond. Ze kijken echt naar jou als persoon. Dat vond ik heel leuk.”

Voor Suus was dit een van de redenen om voor deze stap te kiezen: “In de vacaturetekst stond dat ook mensen zonder kennis van het vakgebied konden solliciteren, omdat er een opleiding is. Dat trok me heel erg aan.”

van links naar rechts: Suus Wagenmakers, Maureen Kornmann en Jade Breukers

Leren van en in de praktijk

Na enkele maanden hebben de drie medewerkers al een goed beeld van hun nieuwe vakgebied, van de organisatie en van de systemen waarmee wordt gewerkt. “De lessen worden gegeven door ervaren collega’s en die kunnen echt kleur aan een thema geven”, vertelt Maureen. “Wij hadden het bijvoorbeeld over koelinstallaties, dat is op zich best droge kost. Maar als een collega dan praktijkvoorbeelden geeft over wat hij bij controles heeft meegemaakt, komt het onderwerp echt tot leven.”

Daarnaast leren ze vooral veel in de praktijk. Jade en Suus gaan met toezichthouders op pad om mee te kijken. Maureen krijgt casussen om aan te werken, waarbij ze steeds met collega’s kan overleggen. “Dat is ook wel nodig, want de casussen zijn zo veelzijdig. Er is geen mal die je steeds weer kunt toepassen.”

Aandacht voor complexe onderwerpen

Het lastigst vinden ze het om hun weg te vinden in de wet; daar gaan heel wat studie-uurtjes inzitten. “Je moet echt heel goed kijken wat er staat en wat ze ermee bedoelen”, zegt Jade.

Een andere uitdaging is dat de medewerkers soms ingewikkelde gesprekken moeten voeren: met ondernemers die complexe vragen hebben, die op hun verplichtingen moeten worden gewezen of die een overtreding hebben begaan.
“Wij hebben aangegeven dat wij dat willen leren en er komt nu extra aandacht voor in de opleiding”, vertelt Suus.

Inhoudelijk veelzijdig

Maureen stroomt in als vergunningverlener. Daardoor vindt ze het soms jammer dat het zwaartepunt van de opleiding bij toezichthouden ligt, maar inhoudelijk vindt ze het erg interessant, omdat milieu zoveel vlakken van de samenleving raakt. Daar zijn de anderen het mee eens. Ze hebben alle drie zo hun eigen interesses. Maureen is extra gespitst op thema’s waarbij gezondheid een rol speelt, zoals asbest en zeer zorgwekkende stoffen. Jade heeft als vrachtwagenchauffeur met grond gereden en kijkt daarom met extra aandacht naar dat onderwerp. En Suus, die niet alleen met honden maar ook met paarden heeft gewerkt, vindt vooral de agrarische omgeving boeiend. Toch denken ze nu nog niet aan eventuele specialisaties. “Ik hoop gewoon in het algemeen een goede inspecteur te worden”, zegt Jade.

Oprechte interesse voor nieuwe collega’s

Op de vraag wat ze het leukst vinden aan het opleidingstraject, noemen Maureen en Jade dat ze verrast zijn door de warme ontvangst en de oprechte interesse van collega’s. Suus begon een maandje later, maar merkte dat ook: “Je wordt met open armen ontvangen. Collega’s zijn bereid om je te helpen en zijn heel open.”

Er is veel begrip voor dat de nieuwkomers niet meteen alles weten. Ook omdat je in dit vakgebied niet snel bent uitgeleerd, denkt Maureen: “De Omgevingswet is net nieuw, dus dat kun je samen uitvogelen. En een onderwerp als PFAS speelde tien jaar geleden veel minder dan nu. Er gebeurt altijd wel wat.”

Zelfstandig aan de slag

Hoe hulpvaardig iedereen om hen heen ook is: Suus ziet uit naar het moment waarop ze zelfstandig aan het werk kan. “Soms denk ik: ‘over een paar maanden is het examen al’, dan zeggen mijn collega’s dat het echt wel goedkomt.”

Maureen knikt. “Herkenbaar. Ik kan niet wachten tot ik mijn werk kan doen zónder de hele tijd vragen te hoeven stellen over hoe iets werkt.”

“Lekker zelf in de auto stappen op weg voor een controle”, vult Jade aan. Nog een paar maanden, dan is het zover en nemen ze alle drie volwaardig deel aan het team. Dan kan er weer een nieuwe lichting aanschuiven bij de lessen.