Vliegverkeer boven uw regio

Vliegverkeer boven uw regio: Wat u moet weten

Het vliegverkeer op Schiphol is, na een halvering tijdens de Coronapandemie, de afgelopen jaren weer toegenomen. In 2024 werden er ongeveer 473.000 vluchten verwerkt. Veel van deze vluchten maken gebruik van de Polderbaan; de Polderbaan is (samen met de Kaagbaan) een primaire baan wat wil zeggen dat deze zoveel mogelijk gebruikt moeten worden. Onze regio ligt onder de aan- en uitvliegroute van de Polderbaan. Dit kan invloed hebben op de geluidsoverlast in uw omgeving.

Vertrekkend (opstijgend) vliegverkeer vliegt zowel overdag als ’s nachts via vaste routes uit. Naderend (landend) vliegverkeer volgt ’s nachts één vaste route; overdag gelden in principe geen vaste naderingsroutes.

Gebruik Polderbaan voor vertrekkende vliegtuigen

Bij noordenwind wordt de Polderbaan gebruikt voor vliegverkeer dat opstijgt. Overdag en ’s nachts gebeurt dat via drie vaste hoofdroutes:

• Over het Noordzeekanaal
• Over Beverwijk/Wijk aan Zee
• Rechtdoor langs Heemskerk en Uitgeest

Tot ongeveer 1 km hoogte (3.000 voet), maar vaak ook hoger, wordt deze route gevolgd. De route kent aan weerszijden een marge waarvan de verkeersleider gebruik kan maken om het verkeer veilig en efficiënt af te handelen. De exacte plaats waar het vliegtuig vliegt, hoeft dus niet altijd hetzelfde te zijn maar is afhankelijk van onder andere weer, samenloop met ander verkeer en de bestemming van het vliegtuig.

Gebruik Polderbaan voor landende vliegtuigen

De Polderbaan wordt vooral ingezet voor landend vliegverkeer. ’s Nachts landen vliegtuigen altijd via één vaste naderingsroute (tenzij bijzondere omstandigheden) en dat is op de Polderbaan. Vliegtuigen komen dan vanaf zee via de westkust van Noord-Holland binnen. Dit kan allen ‘s nachts omdat er dan veel minder vliegverkeer is dan overdag.

Overdag

Overdag komen vliegtuigen gespreid (vanaf meerdere kanten) aan om daarna voor te voorsorteren om in een soort van trein te kunnen landen op de Polderbaan. Het moment van indraaien langs de kust naar de Polderbaan wordt onder andere bepaald door het aanbod (de lengte van het “treintje”). Als het verkeersaanbod laag is, kan er korter en dus zuidelijker vanaf zee worden ingedraaid. Op drukke momenten is dit noordelijker langs de kust en kan vliegverkeer ter hoogte van Alkmaar en Heiloo indraaien. Luchtverkeersleiding Nederland maakt de keuzes (koers, hoogte en snelheid) om zo veilig en efficiënt te kunnen landen.

Soms wijken vliegtuigen af van hun standaardroute. Dit kan gebeuren om:

• Botsingen met ander verkeer te voorkomen
• Onweersbuien of turbulentie te ontwijken
• Efficiënter gebruik te maken van de landingsbanen

Vlieghoogten

Naderende vliegtuigen moeten bij indraaien naar de Polderbaan (verplicht) op minimaal 610 meter (2.000 voet) naderen. Dit is nodig om het automatische landingssysteem (ILS) veilig te kunnen gebruiken. Bij drukte worden twee landingsbanen tegelijkertijd ingezet. Vaak de Polderbaan en de Zwanenburgbaan. In dat geval wordt extra afstand bewaard door vliegtuigen richting de Zwanenburgbaan op 900 meter te laten vliegen, terwijl vliegtuigen naar de Polderbaan op 610 meter blijven.

Wat wordt er gedaan om overlast te verminderen?

De overheid werkt aan een nieuw luchtruimplan (de Luchtruimherziening) om de impact van vliegverkeer te verkleinen. De belangrijkste maatregelen zijn:

• Hoger aanvliegen, zodat vliegtuigen langer op grote hoogte blijven
• Geleidelijker dalen, wat zorgt voor minder geluid en brandstofverbruik
• Vaste aanvliegroutes, zodat woongebieden zo veel mogelijk worden vermeden

Nomos-meetnet

Ook wordt geluid gemeten via het NOMOS-meetnet, dat bestaat uit 41 meetpunten rondom Schiphol. Hier wordt het vliegtuiggeluid objectief geregistreerd. De metingen zijn indicatief omdat voor wettelijke geluidnormen alleen gebruik gemaakt wordt van berekende geluidgegevens. In onze samenwerkende regio bevindt zich een meetpost in de gemeente Haarlem, Velsen (in Velserbroek en Velsen-Noord), Heemskerk, Uitgeest, Castricum (in Castricum en Limmen) en Heiloo.

Disclaimer verklaring weergave vlieghoogte in apps:

Luchtverkeersleidingsorganisaties hanteren internationale voorschriften om de hoogte van vliegtuigen te bepalen. Internationaal is afgesproken dat de gemiddelde luchtdruk op zee (1013 hPa) hiervoor wordt aangehouden zodat de toestellen op veilige afstand van elkaar gescheiden kunnen worden. Het vliegtuig stuurt deze hoogte standaard uit.

In het lagere Nederlandse luchtruim (onder de 7.000 voet of twee kilometer) wordt de hoogtemeting gecorrigeerd met de lokale luchtdruk. Dit zorgt voor een correcte vlieghoogte ten opzichte tot de grond en is nodig voor een veilige vluchtuitvoering. Deze lokale luchtdruk kan behoorlijk variëren afhankelijk van de weersituatie. In de praktijk kan de hoogte met aangepaste luchtdruk tot wel 500 voet (150 meter) verschillen van de hoogte met de standaardluchtdruk die het vliegtuig uitzendt.

Doordat sommige apps niet corrigeren voor lokale luchtdruk, correspondeert de hoogteweergave niet met de daadwerkelijke hoogte van het vliegtuig.